Wanneer een bromfietstocht verkeerd afloopt: wie is aansprakelijk?

Wanneer een bromfietstocht verkeerd afloopt: wie is aansprakelijk?

Je zit achterop een bromfiets bij een bekende, op weg naar huis op een zomerse dag. De bestuurder van een bromfiets met geel kenteken kiest ervoor om een fietspad te gebruiken dat uitsluitend bestemd is voor fietsers. Het pad is smal, de tegels liggen ongelijk en sommige steken zelfs omhoog. Plots raakt het voorwiel een opstaande tegel, waardoor de scooter over de kop slaat. Je belandt hard op de grond, breekt je arm en loopt blijvende klachten op. De ambulance komt, je belandt in het ziekenhuis en twee dagen later begint een lang revalidatietraject. Je vraagt je af: wie is verantwoordelijk voor mijn schade?

In deze casus is de opzittende niet beschermd door artikel 185 WVW, omdat deze regeling alleen geldt voor niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers zoals fietsers en voetgangers. De opzittende wordt vervoerd door een motorrijtuig en valt daardoor buiten deze beschermingsregeling, waardoor hij moet aantonen dat de bestuurder toerekenbaar onzorgvuldig heeft gehandeld. Indien de verzekeraar stelt dat geen sprake is van aansprakelijkheid omdat een valpartij op zichzelf geen onrechtmatige daad oplevert, wordt de bewijspositie van de benadeelde aanzienlijk complexer. Tegelijkertijd bevat het wegdek een gebrek (opstaande tegel), waardoor ook de rol van de wegbeheerder onderzocht moet worden.

Hoe kan deze zaak worden afgewikkeld?
Allereerst kan een aansprakelijkstelling richting de bestuurder worden onderbouwd op basis van onrechtmatige daad (art. 6:162 BW). De bestuurder heeft bewust een verkeersnorm geschonden door met een bromfiets gebruik te maken van een fietspad. Deze norm heeft mede tot doel kwetsbare personen, zoals de opzittende, te beschermen. Daarnaast waren de risico’s duidelijk herkenbaar en eenvoudig te vermijden door de rijbaan te gebruiken. Daarmee is zowel de normschending als het risico-verhogende gedrag toerekenbaar en causaal verbonden aan het ongeval.

Daarnaast kan de wegbeheerder aansprakelijk zijn op grond van artikel 6:174 BW. Dit artikel bepaalt dat de wegbeheerder risicoaansprakelijk is wanneer de weg niet voldoet aan de eisen die daaraan in de gegeven omstandigheden mogen worden gesteld. Een weg is gebrekkig wanneer deze naar objectieve maatstaven, gezien het te verwachten gebruik en met het oog op gevaar preventie, niet deugdelijk is. De Hoge Raad heeft in het Wilnis-arrest (HR 17 december 2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6236) benadrukt dat hierbij onder meer wordt gekeken naar de kans op verwezenlijking van het gevaar en welke onderhoudsmaatregelen redelijkerwijs van de wegbeheerder kunnen worden verlangd. Een opstaande tegel op een fietspad voldoet niet aan die veiligheidsnorm.

De afwikkeling van een dergelijke zaak vraagt daarom om een zorgvuldig onderzoek naar zowel het handelen van de bestuurder als de staat van het wegdek.

Delen:
Tags:
Gerelateerde artikelen

Langlopende letselschadezaken zijn voor slachtoffers vaak een zware last. Dossiers die

Ons kantoor is trotse sponsor van de Hersenstichting, een organisatie die