Een andere bijzondere beding die de aandacht verdient en onderdeel kan vormen van de arbeidsovereenkomst is het concurrentiebeding. Het concurrentiebeding is wettelijk geregeld in artikel 7:653 BW. Volgens lid 1 van dit artikel is een concurrentiebeding een beding tussen de werkgever en werknemer waarbij de werknemer wordt beperkt in zijn bevoegdheid om na het einde van de overeenkomst op zekere wijze werkzaam te zijn.
Door deze formulering in het wetboek lijkt zo’n concurrentiebeding op het eerste oog een vergaande maatregel. Dit klopt in zekere zin ook. Het concurrentiebeding vormt namelijk een beperking van het recht op vrije keuze van arbeid zoals neergelegd is in artikel 19 lid 3 van de Grondwet. Desondanks heeft de wetgever het aangaan van een concurrentiebeding niet willen verbieden. Wel gelden er beperkingen en heeft de rechter onder omstandigheden de bevoegdheid de reikwijdte van het beding te matigen.
De beperkingen die gelden voor een concurrentiebeding staan ook in hetzelfde wetsartikel vermeld, namelijk dat het beding slechts geldig is indien de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan en de werkgever dit schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer.
Hieruit blijkt dat aan de geldigheid van het concurrentiebeding drie voorwaarden zijn verbonden. De eerste voorwaarde is dat de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is aangegaan. Wanneer dit niet het geval is – en dus sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd – is een concurrentiebeding slechts in beperkte mate toegestaan.
De tweede voorwaarde is het schriftelijkheidsvereiste. Het concurrentiebeding moet schriftelijk zijn overeengekomen met de werknemer. De gedachte hierachter is dat de werknemer de consequenties van het voor hem bezwarende beding goed overweegt.
De Hoge Raad heeft bepaald dat aan het schriftelijkheidsvereiste is voldaan indien de werknemer een arbeidsovereenkomst waarin een concurrentiebeding is opgenomen of andere arbeidsvoorwaardenregeling waarin het concurrentiebeding is opgenomen heeft ondertekend, omdat de werknemer daarmee tot uitdrukking brengt dat hij heeft kennisgenomen van het concurrentiebeding zoals dat in schriftelijke vorm aan hem ter hand is gesteld en dat hij daarmee instemt.[1]
Het schriftelijkheidsvereiste betekent dus niet dat het concurrentiebeding ook daadwerkelijk in de arbeidsovereenkomst hoort te staan. Het is mogelijk dat in de arbeidsovereenkomst wordt verwezen naar een CAO of andere arbeidsvoorwaardenregeling waarin het concurrentiebeding is opgenomen.
De derde voorwaarde voor geldigheid van het concurrentiebeding is dat de werknemer meerderjarig hoort te zijn. Een eventuele machtiging van de wettelijke vertegenwoordiger aan een minderjarige om het beding aan te gaan, heft de ongeldigheid niet op.[2]
Tot slot is het goed te weten dat een concurrentiebeding kan worden gesloten bij het aangaan, tijdens de duur en bij gelegenheid van het eindigen van de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer.
Bent u werkgever of werknemer en heeft u vragen over een arbeidsrechtelijke kwestie? Neem dan vrijblijvend contact op met Elfi Arbeidsrecht Advocaat.
[1] HR 28 maart 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC0384 (Philips/Oostendorp).
[2] HR 1 juli 1983, NJ 1984/88 (Huijgen/Belderbos).