Bedrijfsuitje

Bedrijfsuitje

De ruime strekking van de werkgeversaansprakelijkheid

In deze blog ga ik specifiek in op de werkgeversaansprakelijkheid bij een bedrijfsuitje en zal ik antwoord geven op de volgende vraag: Als een werknemer tijdens een bedrijfsuitje letselschade oploopt, kan hij zijn werkgever dan aansprakelijk stellen?

De zorgplicht bij bedrijfsongevallen

De werkgever heeft op grond van artikel 7:658 BW een zorgplicht. Deze zorgplicht houdt in dat de werkgever redelijke maatregelen moet treffen om te voorkomen dat zijn werknemer schade lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden. Als de werknemer dan toch schade lijdt, kan de werknemer hem aansprakelijk stellen. Een voorbeeld is dat een werknemer zijn vinger verliest tijdens het werken met machines. Dit is een bedrijfsongeval. De werknemer kan de werkgever hiervoor aansprakelijk stellen, omdat de werknemer zijn schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden.

Bedrijfsuitjes

Er zijn echter gevallen waarin niet duidelijk is of de schade is opgelopen in de uitoefening van de werkzaamheden. Dit is het geval bij een bedrijfsuitje. Strekt artikel 7:658 BW zich ook tot deze gevallen? Of houdt een bedrijfsuitje te weinig verband met de uitoefening van de werkzaamheden?

Landrover zaak

In een zaak van 1991 slaagde het beroep op de werkgeversaansprakelijkheid op grond van artikel 7:658 BW voor letsel dat was opgelopen tijdens een bedrijfsuitje. In deze zaak vond een kick-off meeting plaats. Na deze meeting vond het niet-officiële gedeelte van de bijeenkomst plaats, bestaande uit verschillende programmaonderdelen. Een programmaonderdeel was het rijden met een landrover over de heide. Een werknemer koos dit onderdeel om aan deel te nemen. Op de achterbank van de landrover waar de werknemer zat, waren er geen veiligheidsriemen. Tijdens de activiteit reed de landrover door een diepe kuil waardoor, de werknemer twee rugwervels heeft gebroken. Dit letsel heeft geleden tot langdurige arbeidsongeschiktheid. De werknemer stelde zijn werkgever hiervoor aansprakelijk.

De Rechtbank Utrecht oordeelde dat de werkgeverszorgplicht zich mede uitstrekt tot door de werkgever georganiseerde (ontspannende) activiteiten als er een voldoende nauw verband is tussen de activiteit en de door de werknemer te verrichten werkzaamheden. Dit was er aangezien de activiteit onderdeel was van het zakelijke programma. Daarbij kon de werknemer moeilijk onder deelname aan de bijeenkomst uitkomen gezien zijn (voorbeeld)functie als chef human resources. Verder had de werkgever niet de eenvoudig te nemen veiligheidsmaatregelen genomen. De werkgever had dus niet aan zijn zorgplicht voldaan. Niet relevant was dat de werkgever de organisatie van de activiteit had uitbesteed aan derden.

Rodeostier zaak

In een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland slaagde het beroep op de werkgeversaansprakelijkheid op grond van art. 7:658 BW niet. De zaak is als volgt. Om het schooljaar 2017 af te sluiten, heeft de school voor haar personeel een feest georganiseerd met het thema ‘Wild West’. Op dit feest was een rodeostier aanwezig. De werknemers konden deelnemen aan het rodeorijden. Dit heeft een werkneemster dan ook gedaan. Nadat zij van de stier afgleed, kwam zij ongelukkig terecht op de kussens onder de rodeostier. Hierdoor heeft de werkneemster letsel opgelopen aan haar arm en schouder. De werkneemster heeft haar werkgever aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 BW voor de door haar geleden schade.

De rechtbank oordeelde dat de werkgever niet aansprakelijk was op grond van artikel 7:658 BW. Ten eerste was het personeelsfeest niet aan te merken als ‘door de werknemer te verrichten werkzaamheden’. De werkneemster was immers niet verplicht om aanwezig te zijn op het personeelsfeest. Er waren geen arbeidsrechtelijke consequenties verbonden aan het niet aanwezig zijn op het personeelsfeest. Daarnaast is er geen sprake van een leerlinggebonden activiteit. Dit is een bijzondere overweging van de rechtbank. Van belang was of er leerlingen bij het personeelsfeest aanwezig waren. Gezien dit niet het geval was, was deelname aan het personeelsfeest vrijblijvend. Daarnaast was er geen sociale druk voor werkneemster om deel te nemen aan het rodeorijden. Zij was volledig vrij om te kiezen of zij hieraan deelnam.

Het beroep op de werkgeversaansprakelijkheid slaagde tevens niet op grond van artikel 7:611 BW. Dit artikel ziet op het goed werkgeverschap. Ik zal hieronder nader ingaan op dit artikel. Volgens de rechtbank was de rodeostier deugdelijk gebouwd en er waren voldoende veiligheidsmaatregelen genomen. Daarbij zou het anders onmogelijk worden om een sport- en spelsituatie te organiseren als werkgever voor een personeelsfeest, als het organiseren van rodeorijden met een vrijwillige deelname tot werkgeversaansprakelijkheid zou leiden.

Het goed werkgeverschap

Als het aansprakelijk stellen van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW niet slaagt, kan een werknemer zich ook op artikel 7:611 BW beroepen, het goed werkgeverschap. Dit heeft de Hoge Raad geoordeeld in het “Rollerskate arrest”. De casus is als volgt. Elk kwartaal organiseerde de werkgever buiten werktijd een ontspanningsactiviteit voor haar werknemers. De werknemers stelden voor om een workshop dansen op rollerskates te volgen en kregen hiervoor akkoord. De organisatie van de workshop werd uitbesteed aan externen. De les vond plaats in de hal van het bedrijf van de werkgever. Een werkneemster kwam op haar vrije dag naar het werk voor de les. De werkneemster trok de rollerskates aan en ging naar de hal voor de les. Voordat zij daar echter aankwam, kwam zij hard ten val. Hierdoor brak de werkneemster haar pols en ontwikkelde zij posttraumatische dystrofie. Zij stelde haar werkgever aansprakelijk voor de door haar geleden schade.

De Hoge Raad heeft uiteindelijk geoordeeld dat de werkgever aansprakelijk gehouden kan worden op grond van artikel 7:611 BW. De werkneemster had dan wel vrijwillig aan de workshop deelgenomen, maar de workshop vond plaats in de kantoorhal van de werkgever. Daarnaast had de werkgever de activiteit medegeorganiseerd en er waren risico’s aan de activiteit verbonden. Er was dus enige samenhang tussen de workshop en het werk, waardoor de werkgever een zorg- en preventieplicht had. Deze plicht houdt in dat de werkgever altijd moet controleren of hij een verzekering kan afsluiten voor de risico’s die aan het bedrijfsuitje verbonden zijn. Ook moet de werkgever zijn werknemers voldoende waarschuwen voor de risico’s en de mogelijke gevolgen daarvan. Nu de werkgever dit had nagelaten, had hij zich niet als een goed werkgever gedragen.

Voorwaarden

De werkgeversaansprakelijkheid strekt zich in beginsel dus ook tot bedrijfsuitjes. Echter, steeds zal gekeken moeten worden naar alle omstandigheden van het geval om te oordelen of de werkgeversaansprakelijkheid slaagt. Van belang is in ieder geval of deelname aan de activiteit vrijwillig is, of er (enige) samenhang is tussen de activiteit en het werk, en welke preventieve maatregelen de werkgever heeft genomen en had kunnen nemen om risico’s en de gevolgen daarvan te dekken en af te wenden.

Hebt u letselschade en behoefte aan bijstand van een advocaat? Dan kunt u geheel vrijblijvend contact opnemen met Elfi Letselschade Advocaat voor een adviesgesprek.

Geschreven door mr. S.P. Versteeg

Delen:
Tags:
Gerelateerde artikelen

Wanneer een familielid door een incident ernstig blijvend letsel oploopt of

Een andere bijzondere beding die de aandacht verdient en onderdeel kan

× Chat met ons