Slachtofferrecht

Bescherming en ondersteuning voor slachtoffers van misdrijven.

Slachtoffer worden van een zeden- of geweldsmisdrijf heeft ingrijpende gevolgen. U bent bijvoorbeeld mishandeld of gewond geraakt door een ander. Niet alleen kunt u door het zeden- of geweldsmisdrijf fysiek letsel hebben opgelopen, maar ook psychisch letsel. Als de dader strafrechtelijk is veroordeeld, staat daarmee zijn aansprakelijkheid vast. U kunt dan schadevergoeding vorderen.

Werkwijze

U kunt schadevergoeding vorderen door uzelf te voegen als benadeelde partij in het strafproces. Het is dan aan de strafrechter om uw vordering te beoordelen. Het voordeel van deze voeging is dat een schadevergoedingsmaatregel opgelegd kan worden. De dader is dan verplicht de schadevergoeding voor het slachtoffer te betalen aan de Staat. De Staat draagt dan het risico om het geld bij de dader te verhalen in plaats van bij het slachtoffer.

Om te oordelen dat de vordering van het slachtoffer ontvankelijk is, moet de verdachte een straf hebben gekregen. Ook moet de schade van het slachtoffer zijn veroorzaakt door het strafbare feit van de verdachte.

Als slachtoffer kunt u verder een beroep doen op het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Dit moet binnen tien jaar vanaf het plaatsvinden van het geweldsmisdrijf. Daarnaast kan een slachtoffer ook een civiele procedure starten om schadevergoeding te vorderen.

Schade door zeden- of geweldsmisdrijven
In de slachtofferzaken wordt de schade (het psychisch en/of fysiek letsel) via het strafproces verhaald op de, voor de strafbare feiten veroordeelde, dader. Na de aangifte van een strafbaar feit wordt het onderzoek door de politie in gang gezet.
 
Als het onderzoek is afgerond en er is voldoende bewijs, dan wordt het dossier ingestuurd naar het Openbaar Ministerie, waar een officier van justitie beslist of de bewijsmiddelen voldoende zijn voor de rechter om een verdachte kunnen veroordelen. Als de officier van justitie beslist dat er voldoende bewijs is en er een strafprocedure volgt, ontvangt het slachtoffer de zogenaamde wensen- en schadevergoedingsformulieren. Deze formulieren zullen de specialisten van ons kantoor tezamen met u invullen en aan het strafdossier laten toevoegen. Tijdens de strafzitting wordt de namens u als benadeelde partij gevorderde schadevergoeding door onze gespecialiseerde advocaten toegelicht.
 
In beginsel komt alleen het slachtoffer zelf voor schadevergoeding in aanmerking. Hij/zij is immers degene die de schade heeft geleden.
Er zijn echter uitzonderingen. Sinds 01 januari 2019 geldt een vorm van smartengeld voor het verdriet van naasten, de zogenaamde affectieschade. Deze naasten kunnen schadevergoeding krijgen als het slachtoffer is overleden of ernstig en blijvend letsel heeft en als zij met dit slachtoffer hun leven deelden (in geval van overlijden).
 
Een tweede vorm van schade wordt shockschade genoemd. Om shockschade te kunnen vorderen moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden:
 
  • Het moet gaan om een overtreding van een verkeers- en/of veiligheidsnorm
  • En een hevige emotionele shock teweeg brengen
  • Er moet tussen het slachtoffer en de naaste een nauwe affectieve relatie bestaan
  • De shock moet zijn veroorzaakt door het waarnemen van het misdrijf of de directie confrontatie met de gevolgen.

De specialisten van Elfi Advocaten adviseren u graag.

Blog

Spreekuur

Heeft u juridisch advies nodig?

× Chat met ons